Claudia Maser
Jacoba, 11 augustus 1415
Helaas is mijn nicht Marianne overleden.
Ze sprankelde en was betoverend mooi. Hoe treurig dat de maan verkeerd stond en haar jonge leven nu al beëindigd is. Ik bid elke dag dat er een drankje komt om mensen te genezen van alle ziektes die ons bedreigen. Gelukkig heb ik destijds goed naar haar gekeken en kon ik nog net op tijd een paar trucjes van haar overnemen. Jean lacht om mijn kokette gebaren en hij raakt betoverd als ik mijn ogen neersla. Ik heb hem niet verteld dat ik dit heb afgekeken van Marianne.
Deze dag reizen wij weer terug naar Woudrichem. Ik moet zeggen, het zeeklimaat in
's-Gravenhage heeft me blij verrast, maar ik verblijf liever aan de gekleurde rivier met de zachte lucht en stevige wind. De meid vertelde dat de wind van onze stad goed voor de vruchtbaarheid is. Ik knikte alsof ik haar begreep maar ik kon ik me er niets bij voorstellen. Iedereen hoopt natuurlijk dat mijn buik binnenkort gaat bollen en dat ik snel voor een erfgenaam zorg, maar tot nu past ieder haakje van mijn korset nog in hetzelfde lusje.