Claudia Maser
Column Oktober
Geschreven voor de vestingskrant 'Poortaol" in Woudrichem
Oktober
Nog een paar weken, dan is het weer zover. De toeristen zullen zich vergapen op de Rijkswal terwijl ze op zoek zijn naar het huis van dokter Tinus. Strompelend over het grind kijken ze naar de zalmschouwtjes en bedenken hoe het zou zijn om hier te wonen. Op het bankje voor mijn huis zie ik ze voorbij komen en hoor ze praten;
“ach na een tijdje gaat het heus wel vervelen dat uitzicht”,
“je kunt niet voor de deur parkeren en wat een gesjouw met de boodschappen”,
“de huizen zijn prachtig, maar wel oud”. Uiteindelijk gaan ze dorstig op zoek naar een stoeltje in de schaduw en nestelen zich op een terras binnen de vesting.
De ene vestingbewoner gruwelt van het aankomende seizoen en de ander verheugt zich en sopt alvast de stoelen af.
De gruwelaars wil ik een hart onder de riem steken.
‘Adem rustig door. Erger je niet aan de rotzooi die ze achterlaten aan de waterkant of op de stoep. Mopper niet op de fietsers die je met 40 km per uur uit je sandalen fietsen. Parkeer je auto bij de Lidl en loop ontspannen naar huis. Ga rustig in je tuintje zitten en betreed pas na 21.00 uur de Hoogstraat. Het is zo weer oktober en dan wordt het weer stil’.
De verheugers wil ik toejuichen.
‘Geniet van de dagjesmensen en de toerist! Maak het ze naar de zin. Laat ze ijsjes en taart eten. Koffie, fris en liters Woerkumer bier drinken. Laat ze boeken lezen, liefdevolle spullen kopen en genieten van ons mooie stadje, want het is zo weer oktober’.
